Virtualisatie

Wat is virtualisatie?

Vroeger draaide traditioneel één applicatie en één besturingssysteem rechtstreeks op de hardware van een server.
Dit betekende dat je meestal één machine nodig had per grote applicatie.

Via virtualisatie breek je de directe link tussen de fysieke infrastructuur en de applicaties die erop draaien.

Door virtualisatie ga je op die server een extra laag installeren die als buffer fungeert tussen de infrastructuur en de applicaties.
Die laag maakt een virtuele versie van de hardware, een "virtual machine".
Het voordeel is dat je meer applicaties en zelfs meerdere besturingssystemen naast elkaar op één server kan draaien.

 

Wat virtualiseren?

Servervirtualisatie is als technologie al het verst gevorderd en wordt ook het meest gebruikt.

Ook applicatievirtualisatie is populair. Hier gaat u applicaties verpakken in een virtualisatielaag, zodat deze niet volledig moeten integreren in het besturingssysteem van de computer waarop ze staan.

Desktopvirtualisatie, is een vorm van virtualisatie waarbij alle effectieve berekeningen en opslag in het datacenter gebeuren. De computer op jouw bureau fungeert daarbij als doorgeefluik voor de gegevens en opdrachten die je intikt. Zo'n pc wordt dan een "thin client" genoemd.

Storagevirtualisatie koppelt dan weer de opslagcapaciteit los van de effectieve opslagsystemen. Zo komt die capaciteit in een grote pool terecht, die op een logische manier kan worden toegewezen. In tegenstelling tot vroeger hoeft er dus geen verband meer te zijn tussen het storagesysteem en de applicatie die de gegevens wegschrijft. Gegevens uit één applicatie kunnen moeiteloos over verschillende fysieke opslagsystemen worden gespreid. Op die manier blijft zo weinig mogelijk ruimte onbenut.

Bij netwerkvirtualisatie gebeurt ongeveer hetzelfde. De software of switch zal daarbij alle beschikbare bandbreedte samenbrengen en verdelen over een aantal kanalen die elk in real-time kunnen worden toegewezen aan een server of toestel dat deze op dat moment nodig heeft.


Waarom virtualiseren?

De belangrijkste reden om te virtualiseren is consolidatie en dus efficiëntie. Servers worden steeds krachtiger en het is zonde om al die rekenkracht aan één applicatie te verspillen.

Door meerdere applicaties op één server te zetten, gaat u van pakweg twintig bijna onbenutte servers, naar zes of zeven servers die voor 80% gebruikt worden. Zo moet u minder fysieke machines onderhouden en aanschaffen. Bovendien ligt uw elektriciteitsrekening lager.

De laag die u tussen verschillende programma's of tussen software en hardware legt, zorgt ervoor dat die applicaties niet volledig moeten integreren met de onderliggende hardware, wat compatibiliteit een stuk makkelijker maakt.


Wat is een ghost machine?

Virtuele servers aanmaken is vrij eenvoudig waardoor het gevaar bestaat om "ghost machines" te creëren. Gevolg: een resem virtuele machines waarvan het gebruik niet meer gekend is.

Een goed lifecycle management systeem voorkomt dit probleem. De bestaande software biedt je een overzicht van de hoeveelheid virtuele servers waarover je beschikt, en waartoe deze dienen.


Hoe kan virtualisatie bijdragen tot "business continuity"?

Een voordeel van gevirtualiseerde applicaties is dat je deze heel gemakkelijk kan migreren van de ene server naar de andere, soms zelfs zonder dat dit enige down-time tot gevolg heeft.

Wordt een server overmatig belast, dan kan de toepassing overgezet worden naar een andere, vrije server. Je kan zelfs virtuele machines tussen twee datacenters, al dan niet in de cloud, laten bewegen. De gebruikers zelf merken er niets van, omdat er geen onderbreking van de dienst optreedt.